76
mij dat gekost heeft. Maar wat scheelt u? Mijn God
zij sterft.
Annita (valt in zijne armen).
NeenPedro't is niets. De plotselinge vreugde
maakte mij een weinig duizelig, doch nu gaat het weer
beter. O, wat ben ik gelukkig u weer te zien. Sints
veertien dagen, nadat ik u had zien vallen, ben ik ten
prooi geweest aan de hevigste wanhoop. Maar nu is
alles geleden, nu ik u weer bij mij heb.
Pedro.
Ons samenzijn zal evenwel slechts van korten duur
wezen, mijne liefste. Ik kom afscheid van u nemen, want
morgen vertrek ik naar het leger. De oorlog is uit
gebroken, en ge begrijpt dat ik dan niet kan achter
blijven. Mijn wond heeft mij reeds te lang terugge
houden, maar meer nog het verlangen om u te zien.
Na vele vruchtelooze pogingen gedaan te hebben, ge
lukte het mij eindelijk Vasco om te koopen, die mij
beloofde mij bij u te brengen. Hij heeft zijne belofte goed
vervuld, en ik zal hem ook rijkelijk beloonen. Ik geloof
dat we hem kunnen vertrouwen, en dat ge mij door zijn
tusschenkomst brieven naar het leger kunt zenden.
Annita.
Hoewel het mij veel kost u van hier te laten ver
trekken, kan ik niet anders doen dan u laten gaan.
Doch ik hid u, Pedrobreng uw leven niet roekeloos
in gevaar; wees om mijnentwil voorzichtig. Zie, zonder
u zou ik niet kunnen leven; en als gij sterft, zal ik u
weldra volgen. Ontwijk dus om mijnentwil het gevaar.
Wilt ge mij die laatste bede toestaan?