78 Annita. Ja, goede Vasco 1 en ik dank je voor de hulp die je ons hebt bewezen. Wil je daarmede voortgaan? Ik verzeker je, dat we je ruim zullen beloonen. Vasco. Och, jufvrouw, ook zonder die belooning zou ik u van dienst willen zijn. Ik heb u hier zien geboren worden en opgroeien; u kunt dus begrijpen dat ik zeer aan u gehecht hen. Spreek, jufvrouw Annitawat wilt gij dat ik zal doen; ik beloof u dat ik het zonder uitstel zal ten uitvoer brengen. Annita. Beste Vascoik geloof dat je aan mij gehecht zijt. Je hebt er ten minste de bewijzen van gegeven. Wel nu je weet waar don Pedro zich bevindt Vasco. Hij heeft mij bij zijn vertrek zijn adres achtergelaten. Annita. a Zou je ook nu en dan hem een brief van mij willen brengen en dan zijn antwoord terugbrengen? Nogmaals verzeker ik je, dat je op eene goede belooning kunt rekenen. Vasco. Wanneer u het ook wilt, zal ik hem dadelijk terstond gaan opzoeken en hem uw brief overhandigen. Annita. Nu, morgen zal ik ei* een voor hem gereed hebben, zie hier voorloopig eene kleine belooning voor je diensten. (Zij neemt een beurs uit haar zak en geeft die aan Vasco).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1872 | | pagina 136