82 Terwijl ik weg ben, zal ik Vasco hier achterlaten om u te bewaken; doch om geheel gerust te zijn eisch ik van u de belofte, dat ge geen pogingen zult aanwenden om u met Sellazar te onderhouden. Alleen als ge dat belooft, zult ge uwe vrijheid herkrijgen. In't tegenover gestelde geval, zal ik u even streng laten bewaken als tot nu toe geschied is. Annita. Vader, 'tis mij onmogelijk die belofte te doen; want ik ben zeker haar niet te zullen houden. Volvoer gerust uwe bedreiging. Wat geeft het mij vrij te zijn in mijne bewegingen, wanneer ik gescheiden ben van al wat ik lief heb. O vader, ik bid u, blijf hier, blijf bij mij. Ik vrees u nimmer weder te zullen zien. O blijf, gij zijt niet jong genoeg meer om de vermoeienissen van den oorlog te doorstaan. Del Monte. Kind, ge vraagt het onmogelijke. Mijn eer gebiedt mij voor mijn Keizer te strijden en mij niet lafhartig achter mijn ouderdom te verschuilen. Wanneer ik uit den strijd wederkeer, hoop ik u van gevoelens veranderd te vinden. Annita. Nimmer, vader, zal ik Pedro vergeten. Del Monte. Grillen, grillen en anders niets dan grillen. Ik weet beter wat goed voor u is, dan gij zelve. Over eenigen tijd zult gij wel anders denken. En nu, vaarwel mijn kind. God zegene u. (Hij gaat, Annita tracht hem tegen te houden. De gordijn valt). Einde van het tweede bedrijf

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1872 | | pagina 140