87
Pedro.
Dan schijnt het toch no een van die zeldzame ge
vallen te zijn.
Nu is de beurt aan udon Rodrigez om uwe ziel aan
God te bevelen.
(Hij kruist de armen en staart Juan aan).
En toch, gij zijt nog jong en rijk. Als gij mij niet
gemist hadt, waart gij blijven leven, later in t huwelijk
getreden met Annita en dan gelukkig geweest. En dat
geheele schoone vooruitzicht is in rook opgelost door één
enkel misschot.
(Hij spant de haan van zijn pistool).
Zijt gij bereid te sterven?
Juan.
Een edelman is dat altijd.
Pedro (legt aan op Juandoch heft na eenigen tijd zijn
pistool in de hoogte en schiet het in de lucht af).
Neen, als ik u doodde zou mijn wraak te kort duren.
Ik veroordeel u om te leven, om uw leven te moe
ten danken aan uw hevigsten vijand. Ga nuanders
mocht mij mijn besluit berouwen. Ga, en wees zoo ge
lukkig mogelijk.
{Juan verlaat wankelend het tooneel).
Vijfde tooneel.
Pedro. Annita.
Annita (buiten komende).
Dank mijn edele vrienddank voor het levendat gij
gespaard hebt. Ik heb all eg gehoord van 't begin tot
X