88
het einde. Van u had ik niets anders verwacht dan
deze edele daad.
Pedro.
De straf, die ik hem nu heb opgelegd, is misschien
vooi' hem zwaarder dan de dood.
Maar waarom hebt ge mij nimmer geschreven, liefste
Annita. Dagelijks verwachtte ik een brief van udoch
steeds te vergeefs. O, ik verteerde van ongeduld om
eenig nieuws van u te hooren.
Annita.
Hebt gij dan mijn brieven niet ontvangendie ik aan
Vasco voor u gaf?
O, nu begrijp ik het, wij zijn door Vasco verraden,
'elkens kwam hij bij mij met ledige handen terug. Den
'enen dag hadt gij geen tijd om te schrijvenden anderen
waart ge juist op een zwerftocht, als hij ten uwent kwam
en zoodoende had hij steeds uitvluchten. En ikdie mijn
volle vertrouwen in hem had gesteld, ik vermoed, dat
hij al mijne brieven aan mijn vader verkocht heeft.
Pedro.
Dat is wel waarschijnlijk. Ik verdenk hem van nog
grooter misdrijf Een der spionnen van den vijand heeft
zich bij ons ingedrongenen volgens de beschrijving die
men van hem geeft, moet hij Vasco of diens evenbeeld zijn.
Zesde toon eel.
Pedro. Annita. Een soldaat.
De soldaat.
Hoofdman, wederom zijn twee gevangenen in onze
handen gevallen. De een is de beruchte spionde ander
s een aanvoerder der Keizerlijken.