91 Pedro. Vergeef mij, mijnheer, ik zeide het niet om u te grieven. Annita. Vader, vergeef ons wat mij misdeden. Zie in Pedro niet langer den aanhanger van Juarezmaar een edel moedig jongeling. Beschouw hem weder als uw vriend en stem in onze vereeniging toe. Del Monte. O mijn kind, gij weet niet wat gij van mij vergt. Achtste tooneel. De vorigen. Juan. Juan (binnenkomende). Goddank, dat ik u eindelijk vind, mijnheer. Ik heb vóór ik deze oorden voor immer verlaat, nog een ongelijk te herstellen. Eenmaal heb ik u Pedro de Sellazar afge schilderd als een verrader. Nu zeg ik u: hij is edel en moedig. Hij heeft mij 't leven geschonken nadat ik op hem had geschoten. Mijnheer, ik doe op dit oogenblik afstand van uwe dochter en geef u uw woord terug. Daarbij smeek ik u geef uwe dochter als echtgenoote aan Pedro de Sellazar. Mij zou zij nimmer hebben lief gehad en met hem kan zij gelukkig zijn en hij met haar. Beiden verdienen hun geluk. Del Monte (richt zich op de draagbaar half op). Welnu kinde ren knielt voor mij ne der dan zal ik u mijne zegen ge ven,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1872 | | pagina 149