BEDE VAN EEN ONGELUKKIGE.
Ik ben voor 't ongeluk geboren,
Ik ken slechts rampen, smart en pijn,
Mijn God, wil mijne bede hooren,
Of moet 'k altijd rampzalig zijn
Ik ken geen vrienden, ken geen magen,
Geen oudersdie mij minnenneen
'k Heb niemand hier, om hulp te vragen,
'k Heb niemand, God, dan U alleen.
O neem mij tot U in den Hemel
Breng bij mijn vader, moeder mij,
Voer mij hier uit dit aardsch gewemel
Opdat ik daar gelukkig zij
Maar neen; z'is zondig, slecht, die bede,
Gij kent uw tijd, ook mijnen, Heer;
Maar ach, stort dan die zaalge vrede
In mijook hier op aarde neer
Schenk mij één vriend slechts, die mij lief heeft,
Één hart dat 't mijne recht verstaat
Dat mij in mijne smarte troost geeft,
En nimmer, nimmer mij verlaat.