48
het kampleven ooit zijn kon, namelijk het verlof.
Met vreugde zagen wij dan ook de laatste week nade
ren, waarin de uitslag van het officiers-examen van
het oudste studiejaar bekend werd, dat behalve eenige
weinige uitzonderingen, allen, die er aan deelgeno
men hadden, den rang van 2den Luitenant bracht.
Even als vorige jaren was er besloten een zooge
naamd »kampfeest" te doen plaats hebben, een ge
ring blijk van erkentelijkheid aan de Bredasche
familieën, voor de welwillendheid en beleefdheid, die
zij aan de kadets, gedurende hun verblijf aan de
Academie, voortdurend bewijzen. Allen speet het
evenzeer, dat het feest dit jaar zoo jammerlijk mis
lukte. Reeds de morgen van den 10. Juli, den
dag voor het feest bestemdzag er regenachtig uit
doch de Bredasche familieën lieten zich daardoor niet
afschrikken en waren des middags tegen 7 ure in
het kadettenkamp vereenigd. Juist toen de muziek
uitvoering van de kapel van het 6de Regemerit In
fanterie was geëindigd en het bal in de sierlijk gede
coreerde en a giorno verlichte, doch niet overdekte
zaal zou beginnen, ving het aan te regenen. De
commissarissen van het feest waren zoo verstandig,
het prachtige vuurwerk, dat reeds gereed was gezet,
onmiddellijk te doen afsteken, zoodat dit nog vrij
goed voldeed en weinig van den regen geleden had.
Vervolgens liet de dansmuziek hare tonen hooren,
doch ofschoon nog enkele paren, met parapluie en
regenmantel gewapendaan die tonen gehoor gaven
zoo bleek toch weldra, dat het bal op deze wijze
weinig vermaak aanbood. De gasten vluchtten in
de tenten, te vergeefs het ophouden van den regen