LEVEND OF DOOD!
't Is gedaanEene siddering loopt mij nog over de le
den; het is mij, als hoor ik het nog immer met den
zelfden sombren toon't Is gedaan Deze drie woorden
waren dan ook mijn doodvonnis.
'tls gedaanhoorde ik zeggenterwijl ik op mijn bed
ter neder lag, en deze woorden brachten mij uit eene
verdooving, waarin ik, hoe lang weet ik niet, gelegen
had, weder tot mijzelven terug.
Dezelfde stem klinkt weder en eenigszins luider: »Hij
heeft opgehouden te leven." Ik meen deze stem te her
kennen, maar kan haar toch niet goed t'huis brengen.
Doch stildaar hoor ik hem wederen een an
dere stem hoor ik vragen: Eten mijnheer? en verder
het antwoord: Een kwarten nog zoo iets van kwartier-
ziek. Ha! ik begrijp het, ik lig in de ziekenzaal!
Maar wat hadden dan toch die drie woorden te be-
teekenen: 'tls gedaan! Op wien hebben zij betrekking?
Op mij toch niet, ik boor immers, maar ik zal rond-