8 Zegt Wat is schooner nog Dan, voor gebrek en nood, Te hoeden 't huisgezin Te winnen 't daaglijksch brood? De kinderen te kussen Als men van d' arbeid komt, Terwijl de oudervreugd De stem der zorg verstomt? Het schoonste echter vinden wij, Dat men zich op zijn tijd, Aan beide, huis en vaderland, Met al zijn krachten wijdt. L. d. B. BLADVULLING. Vergelijkt men den mensch bij een boomgaard En zijn hersens bij boomcn daar uit, Dan zijn de gedachten de bloesems, En de dadendie volgenhet fruit. Van de bloesems, dus van de gedachten, Helaaszijn er velen zeer klein Het is daarom ook zeer natuurlijk, Dat de daden niet groot zullen zijn. De meeste bloesems nu vallen Van den boom bij den minsten ruk; Misschien vinden velen dit jammer; Ik houd het voor een geluk. L. d. B.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1872 | | pagina 66