veroorzaakte dit dikwijls de grootste ontevredenheid en
de ergste wanorde.
Mij dunktvele lezers of lezeressen zullen reeds ge
vraagd hebben »maar hoe is het mogelijk dat die be
volking niet spoedig uitstierf, daar er toch geen vrouwen
waren?" Ik had dan ook reeds moeten melden, dat een
andere bepaling in de wet dus luidde»geen inwoner
zal langer dan acht jaren op het eiland mogen vertoeven
en niemand er minder dan vier jaren blijven." Zoo
kwam er gedurig nieuwe toevoer van bewoners en bleef
het getal der bevolking steeds op een bepaalde hoogte-
De eerste vorst stierf en werd opgevolgd door een zoo
mogelijk nog strenger man, die, even als zijn latere op
volgers, door het kiezen van geschikte, d. w. z. wreede
onderkoningen en opzichters de rust wist te bewaren
en voorkomende oproeren te bedwingen.
Onder die vorsten echter was er een die melding ver
dient vooral om zijn gematigdheid en liefde voor het
volk. Wat zijn voorgangers zelden dedenhij bezocht
dikwijls het eiland en stond den inwoners veel vrijheden
toe; ook hadden er onder zijn bestuur weinig onlusten
plaatstenzij men dien naam geven wil aan het soms
voorkomende kastijden door de bevolking van een of ander
onder-opzichter, welke dit gewoonlijk aan een te strikte
opvatting zijner plichten verschuldigd was.
Deze koning heette Wondono en had bij het begin zij
ner regeering den onderkoningdie tijdens den vorigen
vorst bet eiland bestuurdein zijne betrekking be
vestigd.
Mij zijn geen berichten ter ooren gekomen omtrent het