33 trekking was, geloof ik, lid van de een of andere Zen- dingmaatschappij tot bekeering van de Eskimo's; overi gens knipte hij slechts couponnetjes voor de kost. Ware het mogelijkdan was Mevrouw lid van 20 Zending en Afschaffingsmaatschappijen geweest; 'twas een zeer goed mensch, maar een mensch dat meende dat ze bijzonder goed wasdaar ze zich bij haar leven geen Zondag herinnerdewaarop ze niet naar de kerk was geweest en dat ze daarom noodwendig beter dan vele anderen moest zijn, die er bij elk gesprek, dat zij voerde, gewoonlijk langs kregen. Zij was overigens een knappe vrouw van omstreeks vijftig jaar, wier trekken nog de schoonheid van hare jeugd verrieden. Die schoon heid scheen zij aan hare dochter te hebben afgestaan, want de twintigjarige Suse Zevenaar was werkelijk een mooi meisje. Ze kon u met hare zachte blauwe oogen zóó lief aankijken, zóó innemend met dat mooie kopje schuddendat het niet te verwonderen was dat v. Epe in de koffie, die zij zette, prees, wat hij stilzwijgend in haar zelve bewonderde. Suze was bovendien een heel lief meisje, die dikwijls, al liet zij het niet bemerken, niet van dezelfde gevoelens was als Mama. De van Zeve naars leefden op vrij grooten voet. Ze zagen nog al menschen, hielden equipage, en, zooals de kwade wereld dat uitdrukt, waren ze wel een beetje aan den vromen kant, vooral wat Mijnheer en Mevrouw betreft. Tot hiertoe de introductie bij de familie v. Zevenaar. 3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1872 | | pagina 91