I T II 0 M A S. Lezer, 't spijt mij erg dat ge onzen ouden Thomas niet gekend hebt. 't Spijt mij om meer dan een reden. Hij was maar tuinman, 'tis waar, niet hoog in de wereldhij behoorde niet tot wat men »de geleerden" noemt. Buiten zijn tuin wist hij zelfs over niet veel te praten, dan over het weer en de duurte van het brood: h'j was niet »ecn kerel met een kop" zooals gezegd wordt van hen die steeds toonen van alle markten t' huis te zijnhij was slechts te huis in zijn tuinals hij met hark of schoffel bezig was. Toch hebt ge veel verloren dat ge hem niet kendet. En waarom? omdat de man goed en vroom was. Wilt ge hem leeren kennen? »Ja", zult gezeggen, »'t zijn nog al eigenschappen die ge daar noemtwelke het de moeite waard maken uwen Thomas eens? van nabij te bekijken." Nu, 't zal u niet berouwen; en mocht dit soms wel 'tgeval zijn, dan ligt het niet aan den goeden man maar aan mijof..... aan u. Thomas praatte niet veel: alleen als men met aan dacht luisteren wilde naar zijne lessen, hoe men de schoonste roozen, de volste geraniums krijgen kon, dan was hij spraakzaam en zag met een blik vol welbehagen naar z'jne perken, als wilde hij zeggen, »zie, dat is mijn werk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1872 | | pagina 97