Fransche-Woordenkwaal.
41
Plotseling verdween de betoovering; de tonen van
liet koor hadden gezwegen; dit herinnerde mij waar
ik was; het altaar stond nog voor me, de pilaren om
ringden me, de gewelven overdekten meen de man,
die mij ergerde, lag nog knielend eenige passen van
my af.
De godsdienstoefening was geëindigdalles stroomde
ter kerke uit; maar mijmerende bleef ik nog een
oogenblik staan: koud klonk echter een stem achter
mij: »Soes niet zoo." Vijf minuten later bevonden
wij ons op straat, na tien minuten in eenkoffiehuis.
E. B.
Wil het publiek mij ecouteeren,
Wil het slechts luistren naar mijn taal,
'k Wil dan een chansonnet chanteeren,
Het heet: De Fransche-Woordenkwaal.
Ik hoop 't publiek eens te amuseeren
Met mijn verrukk'lijk stemgeluid,
En mocht ik U soms ennuyeeren,
-Men stuur mij vrij 't gezelschap uit.
Hetgeen in Holland, vroeger tijden,
Toen Hollands Volk nog Hollandsch sprak,
Den naam van Regenscherm mocht lijden,
Dien men bij 't natte weer opstak
Diezelfde zaak, als ik 't mag vragen,
Hoe, zeg mij, hoe noemt men die nu?
Die zaak noemt men in onze dagen,
Steeds op zijn Fransch een Perreplu