Kreemoneur. 51 'k Had toen in de Beurs eens gegeten Met ons vieren zoo'n malschen haas, Tot hij van het bord was verdwenen En wij niets meer zagen, helaas! Maar sedert, ach, lust ik geen haas meer, En geen soep en geen rijstebrij Mijn wang is zoo hol en zoo aaklig En de dokter kijkt zoo naar mij. Dat komt, wijl mijn harte ineenkrimpt Van wanhoop en liefde voor haar, Die ik in mijn droom eens gezien heb. Daarom ben ik zoo vrees'lijk naar. VOORHEEN EN THANS. I. Lezer, kent ge de stad Kilacadmon? Kilacadmon is eene groote stad, met vele huizen, zooals er wel meer zijn. Maar Kilacadmon bloeide niet, vele huizen waren onbewoond, en andere waren te groot voor het ge ringe aantal bewoners, die zij bevatten. Wat was dan de reden van het verval van die plaats Geëerde lezer, ik zal het U zeggen. De weg, die naar Kilacadmon leidde, was langen moeilijk, de reis was langdurig en bezwaarlijk, en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1878 | | pagina 129