78 tevredenheid, geenszins tot klagen hebben. Geenszins? Ja toch, één enkele episode uit ons cadettenleven vergalt veel van onze genoegens; en die ééne is dan ook de redenwaarom ik den moed had U hier samen te brengen. Wilden we alleen de heuglijke gebeurtenis her denken, dat het achttien maanden geleden was, dat we ons plechtig voornamen onze beste krachten aan het vaderland te wijden, we zouden hier nog vele andere wapenbroeders kunnen vereenigen, die in het zelfde geval verkeeren en zich daarover zeker even zeer verheugen als wij. Doch ééne enkele gebeurtenis één band vereenigt ons nauwer en vormt ons »als het ware" tot een corps in dit corps; en die gebeur tenis, die band het is de ongelukkige afloop van ons overgangsexamen in het verloopen jaar. Waarde vrienden, duidt mij niet ten kwade, dat ik uwe vreugde door het herdenken van dit droevig feit tracht te verminderen; doch bekent liever open hartig, dat ge allen er heden reeds onwillekeurig aan hebt gedacht. Ik gevoelde mij gedrongen deze voor ons zoo ge wichtige gebeurtenis uit ons cadettenleven tot een onderwerp van bespreking te maken en ik heb daarom mijzelven heden avond als spreker opgeworpen. De »lange Witte" hield eenige oogenblikken stil, zoowel om te zien of eene stem uit het geringe publiek zich hiertegen zou verheffen, als om op nieuw een versche teug uit het glas te nemen. De vijf toehoorders zwegen stil en zagen den spreker met verlangende blikken aan. Deze hervatte het woord aldus:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1878 | | pagina 156