woordelijk voor de inrichting en den inhoud van den
Almanakook aan den Gouverneur der Academie.
Art 5.
I)e Redactie plaatst in haren Almanak geen andere
stukken, dan die geschreven zijn door:
a. Officieren;
b. Burgerleeraren aan de Academie verbonden;
c. Cadetten.
^.rt. 6.
De stukken, door Cadetten ingezonden, worden
door de Redactie in ontvangst genomen.
Wanneer deze stukken niet in de aan de Academie
gevolgde spelling (behoudens afzonderlijke spellingen
en dialecten) zijn geschreven, wijzigt de Redactie de
spelling in dien zin.
Art. 7.
De Redactie geeft hiervan kennis aan den in
zender.
Art. 8.
Omtrent de plaatsing en de keuze van een portret
in een jaargang van den Almanak zal de Redactie
de Cadetten raadplegen.
Art. 9.
De Redactie is gehouden zoo spoedig mogelijk na
hare benoeming een Reglement vast te stellenwaarin
bepalingen zijn opgenomen omtrent de algemeene
IX