XXXV
schap en de oefeningen der genie in haren ge-
heelen omvang, en het topographisch teekenen.
Dr. J. J. de Hollander, (Ridder N. L.), Hoogleer aar
voor de letterkundige en historische vakken.
C. C. Kannemans, voor het handteekenen.
O f f i c I e i' e n-L eerare u.
C. L. van Pesch, Kapit. der Ar til.in de artillerie-
wetenschap.
L. de Vlaming, 1ste Luit. der Inf., in de krijgskun
dige vakken en het militair recht.
G. J. W. Koolemans Beynen, 1ste Luit. der Inf.,
in de geschiedenis en tactiek.
P. C. de Wilde, 1ste Luit. der Artil., in de artillerie-
wetenschap.
P. A. van Buuren, 1ste Luit. der Inf., in de wis
kunde en het meetkundig teekenen.
J. M. Simon, lste Luit. der Caval., in de reglementen
en de rij- en africhtingskunst.
N. C. Grotendorst, lste Luit. der Artil.in de wis-
en natuurkunde.
J. G. Blaauw, lste Luit. der Caval., in de reglemen
ten en de rij- en africhtingskunst.
M. H. A. J. van Meurs, lste Luit. der Inf.in de
krijgskundige vakken, het lijn- en situatieteekenen.
A. W. Kattenbusch, lste Luit. der Artil., in de
exercitiereglementen der artillerie en het meet
kundig teekenen.
C; J. Snijders, (M. W. 4) (B. K.) (Atj.), 'lste Luit.-
Ingen.in de genie-wetenschap en het lijnteekenen.
A. S. van Oldenborgh, lste Luit. der Artil., in de
wiskunde en het meetkundig teekenen.