LVII
opnoemen tusschen de tijden van den ouden en die
van den nieuwen vierjarigen cursus.
In vroegere jaren was het leven van de cadetten
afgespiegeld in hunnen Almanak. En waarom dan nu
niet? Waarom zouden wij niet onze gedachten uiten
als onze voorgangerswaarom zouden wij dus ook
geen jaarboekje hebben?
Maar dan moesten wij oogenblikkelijk de handen
aan het werk slaan. Gelukkig werd het plan door
den Gouverneur goedgekeurd in October en met de
uitvoering dadelijk begonnen.
Gedurende de tweejarige regeling is er geen alma
nak geweest; de oorzaak lag in het kleine aantal cadet
ten, dat gedurende dien tijd afwisselde tusschen 18
en 80; de deelneming zou te gering zijn geweest, door
velen moesten de meeste uren van hun vrijen tijd
gebruikt worden om datgene te verteren, wat dien
dag of vorige dagen reeds in de leerzalen was opge-
discht. Niet deze laatste reden was het echter, die
in het jaar '76'77 bij de cadetten het zwaarste
woog. Zij vroegen vergunning tot het doen uitgeven
van eenen almanak, welk verzoek echter »in het
belang der studie" werd afgewezen.
In het jaar 1877 had in de geschiedenis der Aca
demie eene gewichtige gebeurtenis plaats. Door het
groote gebrek, dat er langzamerhand aan officieren
begon te komen, en vooral aan officieren van de K.
M. A. afkomstigbegonnen de voormalige Hoog Edel-
mogenden in te zien dat de tweejarige regeling te
weinig vruchten afwierp.
Wel waren er reeds vroeger eenige ministers ge
weest, die eene verandering in de regeling wenschelijk