LX
van vijf tot zeven uur gezellig zat te praten om een
tafel, bij zijn glas bier of zijn kop koffie, in de can-
tine gekocht, waar aan een ander tafeltje een viertal
quadrilleerde, waar velen romans lazen, weder ande
ren de illustraties doorbladerdenwelke daar ter onzer
beschikking lagennog anderen zich bezig hielden
met biljarten, een en ander onder de tonen van de
piano, welke soms niet te hooren waren door het
gezang, in deze zaal van uitspanning zouden de
welbekende eikenhouten tafeltjesdonkerbruin van
ouderdom, verschijnen, waaraan reeds zoovele cadet
ten en nog veel meer adspiranten van hunne kunde
(of onkunde) blijken hadden moeten geven, na eerst
een opgevouwen papier onder den te korten poot ge
plaatst te hebben. In die zaal hoorde men nu het
geschuifel van voeten en stoelen van onrustigen, die
elkaar dikwijls met lange gezichten zaten aan te kijken,
weder zouden de cadetten trachten te antwoorden op
de gestelde vragenten einde in het hoogste studie
jaar over te gaan.
Iedereen wenschte naar het einde; dat einde kwam
dan ook, al duurde iedere dag veel langer dan een,
waarop wij onze kennis nog niet behoefden uit te
stallen.
De 14de Juni kwam eindelijk en met dien dag
hield alle werken op en werden de boeken in de
kast geborgen om ze in de eerste maand niet meer
te voorschijn te halen, dan om ze in den koffer te
pakken.
Den morgen van den 15den was alles in rep en
roer. Ransels werden gepakt, trappen werden eenige
keeren meer op- en afgedraafd dan noodzakelijk was;
'tkamp hield aller gedachten bezig.