LX VII
Musschenbroek van het derde studiejaar van het
wapen der artillerie O.-L en Van Hoorn van het
tweede studiejaar van het wapen der cavalerie h. t. 1.
Beiden verzochten hun ontslag en werden eervol van
hunne verbintenis ontheven.
Ten slotte voelen wij ons gedrongen nog een enkel
woord te wijden aan mannenwelke de Academie
dit jaar verloor en waaraan zij zeer veel verschul
digd is.
In de eerste plaats nog een woord ter nagedach
tenis aan den Heer E. H. Brouwer, onzen alge
meen geachten Bibliothecaris.
Sedert het jaar 1836, dus ruim 40 jaren was hij,
eerst als Adsistent-Bibliothecarisaan deze inrichting
werkzaam.
Veel is de Bibliotheek aan hem verschuldigd, die
op krijgskundig gebied, tot eene der beste uit ons
land behoort. Met lust werkte de Heer Brouwer,
totdat eindelijk zijn hooge ouderdom hem noodzaakte
zijn ontslag te nemen.
In de tweede plaats komt onze hulde toe aan den
Eersten Officier van Gezondheid der '2de klasse
A. Boele, welke in zijn rang overgeplaatst werd bij
het 6de Regiment Infanterie. Hem werd bij rapport
order dd. 27 Januari dank betuigd voor de vele en
goede diensten gedurende een reeks van jaren door
hem aan het personeel der Academie bewezen.
Lang zal hij nog in onze herinnering blijven, als
wij bedenken hoe zorgvol hij voor ons was tijdens
ziekte. Dat hij ook ons nog niet vergeten heeft,
toont ons zijne sympathie voor het cadettencorps.
Moge hij nog lang voor het leger behouden blijven!