LXVIII
Ten laatste nog een woord gewijd aan onzen voor-
maligen Directeur der studiën, Majoor W. C. Hojel,
een man wiens naam genoeg bij de Officieren van
het Nederlandsche leger bekend is door zijne veel
zijdige kennis. Gedurende den tijd dat hij aan onze.
inrichting werkzaam was, heeft hij getoond hart
voor de cadetten te bezitten en velen zagen dan ook
zijn heengaan met leede oogen aan. Wij hopen van
harte dat hij nog langen tijd zijne uitstekende be
kwaamheden voor den dienst van het Vaderland veil
moge hebben.
En thans geëerde lezer, is het jaarverslag zijn einde
genaderd. Gij behoort ook misschien tot hen, die weten
dat op de Academie, eentonigheid en gelijkheid van
alle dagen een hoofdrol speelt. De Academie is thans
weder tot rust gekomennadat de verwachtingen
vóór Kerstmis nog al gespannen waren. Het Kerst
verlof, waarvan alle cadetten hebben kunnen gebruik
maken, uitgezonderd eenige die ziek waren, is ten
einde en wij gaan het nieuwe jaar in en het oude
uit even geleidelijk, alsof bij niemand de gedachte
opkomt: wat treurigs of aangenaams gaf het verledene
mij, wat zal het toekomstige mij brengen.
De liedactie.