8 Opstellen en vraagstukken, die we maakten of dik wijls ook niet maaktendwarrelden ons in woesten drom voor de oogen en dat alles loste zich op in eene plaats aan de laatste tafel en een half bord rijstepap." Zou onze tafelchef toen genoeglijke oogenblikken hebben gesleten? Niets dan een chaos van vreemde, baarsche gezichten, en styve bedremmelde houdingen vóór hern, die het nonchalante Academieleven ge woon was De tijden moeten dan wel veranderd zijn, sinds Staring zich op de Academie zocht te vermeien Geen handdruk was er voor ons te gevengeen vriendelijk woord te hooren. En dat was dan onze eerste dag geweest. Zeg niet, dat hij ons geen denkbeeld van ons toekomstig lot kon geven. Wij beseften ten volle al het onhuiselijke van dat groote huis, maar dit geef ik toe, de bonte men geling van gewaarwordingen, die ons toen bestorm de, geleek weinig op dien effen gedachtengang zon der afwisseling, die ons in het vervolg zou bezig houden. Daarvoor waren we nog te groen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1878 | | pagina 86