12 Weet je nu van dit alles de ernstige moraal Of weet je ze niet? dan zal ik ze je zeggen: Geen baar denk' ooit dat hij met bluffige taal De ouden wel spoedig aan banden zal leggen. Want ze leeren het je in een minimum tijd, Dat wat je eenmaal was, je dat nu niet meer zijt. Een cadetdan, die baar isheeft zijn mond dicht te houen, Uit vrees dat ze het anders hem leeren zouen. III. DE CADET. Het heeft mij lang verwonderdhoe het toch mogelijk kon zijn, dat Hölty schreef: »Hoe zalig als de jongenskiel Nog om de schouders glijdt." Maar die lange tijd viel vóór mijn cadetten-loop baan. Waarom mij dat verwonderde? 1°. Wijl ik, toen gezegde jongenskiel nog tot mijne kleedingstukken behoorde, met onuitstaanbaar verlangen haakte naar het oogenblik, waarop buis en vest in statu nascendi zouden verschijnen.' 2°. Omdat ik niet goed inzag, waarom het niet veel aangenamer zou wezen, wanneer het soldaatje spelen in soldaat zijnde ballen van sneeuw in kogels van loodde jongenskiel in een mouwvest zouden ver anderen. 3°. Omdat iedereen geneigd is, min of meer pes simistisch over het tegenwoordige en optimistisch over het toekomende te denken. Alzoo: sinds die jaren is deze mijne opinie veranderd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1878 | | pagina 90