14 Ja, ze hebben niet veel gemeen, maar toch wel iets en dat ishun jeugd. In die stijve klee ding is nog een geest bedolven, en al kan hij zich zelden uiten, toch slaapt hij niet. Welkom, wel kom, vroolijke gast, wanneer ge uwe boeien voor een oogenblik vergeetwanneer ge ongedwongen joelt en juicht, en op losse wijze den student uithangt. Gij kunt evengoed kussen als de Leidenaar vraag het maar aan de Bredasche meisjes, en al is uw drank geen punch brulé op uw eigen kast", ge zult er niet minder vroolijk om worden, zoodra ge aan uw grog zijt gezeten. Hoe jammer, dat het zoo moeilijk is den dwang een oogenblik te vergeten! En dat tegenover die andere jongelui van uwen leeftijd, die bijna niet meer weten, wat dat woord beteekent. Maar komaan, wat baat ons de vergelijking? We konden nog veel spreken, ook over den tijd, wan neer we dat alles tot het meer dan volmaakt ver- ledene zullen rekenen, maar waartoe zou het dienen? Wat een cadet is Zie hem bij Jonkers 's Zon dags 's middags. »Goeien morgen." »Gerrit twee half en half" Willen de jonkers hier zitten »Neen dankje, dat 's wel wat warm, en hiervoor het raam zien we nog eens een aardig snuitje passeeren. »Wil je opsteken? Mag ik je eens zien? »Ja komaan! Santjes! »Merci! Aannemen, half en half! »Wat blis dat Catootje niet?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1878 | | pagina 92