15 »Himmel donnerwetterwat kijkt ze weer snoeperig uit 'er oogen, verduiveld, zeg dat is op jou gemunt. »Op mij? Ben je dwaas? »Wel nu komaan, maak dat wijs aan wie je wilt. Maar enfin, daar gaat ze dan, hoor." En roef! de glazen zijn weer leeg. Op eens 't is vijf minuten heeren Zoo leeft de cadet in een eeuwigdurende afwisse ling van vroolijkheid en ondergeschiktheid. En zal ik u typen opgeven? Neen, want je zult zeggen, dat ik naschrijf. Lees welk boek, dat over jongelui handelt, en ge vindt er dezelfde typen onder, die ik onder de cadets vond. Een soort heb ik nooit beschreven gezien en aan hen wijd ik enkele woorden, 'tls waar, er zijn er sommigen die pedant zijn, maar er zijn anderen, en hun aantal is grooterdie er een genot in vinden dat woord op hun kameraden toe te passen; de laatste species is gevaarlijker dan de eerste. Be Academie is een wereld in het klein, met veel gelegenheid tot opmerken. Welnu, let ook in de groote wereld op hen, die ik U het laatst opnoemde; ze zijn schadelijk voor de maatschappij. Ze hebben hun vergif voor velen ge reed, en ze maken velen het leven zuur. Ik wil ze haten. Ondanks dwang en ondergeschiktheid kunnen de cadetten vroolijk zijn. Vraag het eens aan de amusementzaalvraag het eens aan de slaapzalen. Op de »kapel" weergalmde het vaak van liederen, die soms uit meer dan twintig keelen opkwamen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1878 | | pagina 93