HET DONJON EN DE ACADEMIE. 0
Waarlijk zal liet wel onnoodig wezen te verklaren
met welk doel een opstel als dit in onzen jaargang
wordt opgenomen.
Ofschoon reeds vroeger meermalen dergelijke
stukken in verschillende jaargangen van den Ca
detten-Almanak zijn voorgekomen (een der bedoelde
jaargangen isde Almanak der Koninklijke Mili
taire Academie, voor het jaar 1830) is het toch
misschien niet geheel onnut de plaat in dezen
tweeden jaargang van onze nieuwe serie door een
opstel van dezelfde strekking te doen begeleiden.
Wel is het zeker waar, dat ons boekske zich niet
op een standpunt mag plaatsen, dat ook in de verte
gelijk komt met dat van de geschiedschriften van
vroegeren tijd, maar daartegenover staat, dat bij
den tegenwoordigen geest tot opzoeken en herstellen
van oude gedenkstukken en gebouwen (een repetitie
van de renaissance op kleine schaal elk bijge
bracht steentje zijn nut heeft.
O. Dé bronnen, die gediend hebben voor de samen
stelling van deze geschiedenis van het gebouw der Konink
lijke Militaire Academie, zijn
1° Beschrijving cler vereenig de Nederlanden, naar A. F. Bu-
sching, door W. A. Bachiene, 4edeel, 1777.
2° Vaderlandsch Woordenboekdoor Jacobus Kok 8e dl
1787.
3° Geschiedkundige Beschrijving van de stad Breda en
hare omstreken, door A. J. v. u. Aa, 1845.
4° Geschiedenis der vesting Breda, door G. G. van der
Hoeven, 1868.