O
groot plein, met lindeboomen beplant, en was van
alle kanten door eene bizondere gracht omgeven,
waarbuiten de nevengebouwen lagen.
Aan de Noordzijde van liet vierhoekige fort, dat
tot verdediging moest dienen, lagen tamelijk uitge
strekte bastions.
Thans herinnert ons nog de hulp- of veldpoort
(ongetwijfeld de zoogenaamde ,,roode poort") aan
de plaats van de Courtine daartusschen.
De grachten van de Zuid- en Oostzijde werden
geflankeerd door een gemetseld bastion en aan de
zijde van de rivier door twee thans nog aanwezige
steenen torens.
Zeker mogen wij bij de beschrijving van de
onderhoorige terreinen, die van den tuin niet
overslaan. Het Valkenberg, dat thans tot lust- en
wandelplaats van de inwoners der stad dient en
waarin de accoorden vaneen welgeoefend en uitste
kend geleid muziekkorps ons oor vergasten, kon
zeker den naam van een fraaien tuin dragen. Van
eene uitgestrektheid van drie morgen gronds was het
binnenperk met hooge beukenhagen afgebakend
en verdeeld in meerdere palm- en grasperken, in
wier midden zich standbeelden verhieven.
Tot den tuinrekende men een grooten vischrijken
vijver; oostwaarts stond ook toen reeds een dicht
bewassen bosch, door tal van verlokkende wan
delpaden doorsneden. Ons voorplein vormde een
terras, 320 passen lang, en met eene dubbele rij
lindeboomen beplant.
Tot goed begrip van de beschrijving van het in
wendige van het Donjon zal het niet geheel overbodig