8 Bruneshem wordt toegeschreven aan Graaf Elbert van Strijen. Wat hieromtrent waar moge wezen, zooveel is zekeren daaromtrent stemmen alle berichten overeendat Hendrik, Heer van Breda in 1124 het slot vermeesterde, de versterkingen deed slopen en den toren liet wegbreken om er daarna zijn woning van te maken. De laatste van dit geslacht, die zich naar den burcht liet noemen, was Arnout van Loven. Het oude gebouw van dien tijd lag Noordwaarts van het later opgetrokken kasteel en, vreemd genoeg, de plaats waar het gestaan heeft is ver anderd in een boschhet Reigersbosch, dat op zijne beurt en wel tijdens het beleg in 1624 ver dwenen is, niet door den tand des tijds, maar meer eenvoudig, hoewel minder poëtisch, door de handen van ,,die van de stad." Omtreeks de helft van de 14e eeuw (1350 of 1351) werd de oude Burcht door Jan vanPolanen (Kant. 4), Heer van Breda, gesloopt en onmiddelijk daarop een aanvang gemaakt met den bouw van een nieuw kasteel. Minder snel dan in onze dagen het geval zou zijn, scheen men toen ter tijde te werken althans wij lezen, dat eerst in 1362 het bouwwerk voltooid werd. Van dat gebouw bleef weinig meer over dan een vierkante hoektoren, terwijl daaraan in 1787 nog een stuk van het gebouw verbonden schijnt te zijn geweest. In 1828 is ook de toren weggebroken. Minder dan 2 eeuwen bleef intusschen ook weder dit monument van ouden bouwtrant in aanzijn; in 1536 werd door den Grave Hendrik

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 110