1-2 Op deze bovengalerij kwamen een aantal prachtige vertrekken uit, die vooral uitmuntten door het kunstige met goud doorweven tapijtwerk, waarop de oude Graven en Gravinnen van Nassau, benevens de Prinsen en Prinsessen van Oranje, de Heeren en Vrouwen van Breda levensgroot en te paard zittende waren voorgesteld. Die tapijten golden voor het schoonste kunstwerk van dien aard in Nederland. Boven die verdieping volgde eindelijk een derde in Corinthischen stijl, waarvan de talrijke ver trekken moesten dienen tot woning en verblijf voor de hofbedienden. Behalve het Donjon behoorden tot het kasteel nog eenige bijgebouwen. Daaronder bekleedde het Plombé eene eerste plaatsdit stond aan de Oost zijde boven het gemetselde bastion, en werd vóór de voltooiing van het kasteel tot woonhuis voor de vorstelijke eigenaars gebezigd. Links van het Plombé volgde dan de hoofdpoort en daaraan grensde een magazijn van levensmid delen, en een vergulde galerij met tal van kamers, tot de ontvangst van gasten ingericht. Vervolgens stond aan de Westzijde daartegen een gebouw, dat bestemd was om de bureaux van de Graven van Nassau te bevatten. Het ons bekende gebouwtje rechts van de poort is eerst in 1829 opgetrokken ter vervanging van het vroegere wachthuisje. Eindelijk lezen wij dat op het midden van het buitenplein eertijds een molen stond, die door middel yan water uit de Mark werd in beweging gebracht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 114