EEN SLEPERIG LIED.
Waar Caesar van zijn eigen oorlogen niet kon zwijgen,
Omdat-i het niet over zijn hart kon verkrijgen,
Waar Lodewyk Mulder twee deelen vol schreef,
Omdat er altijd nog meer te vertellen bleef,
En waar zooveel historiemannen geheimen onthullen
Alleen om hun portemonnaie en hun mond te vullen,
Daar voeg ik er uit zuivere liefhebberij
Ook een lettertje bij.
Maar net andersom als al die andere lui
Schrijf ik voor de dames, en geef van alle heeren den brui.
Te meer
Omdat ik tegelijkertijd protesteer
Tegen de Gracieuse en dergelijke organen meer
Of laat ik liever zeggen tegen alle modejournalen,
Die de dames tegen de heeren trachten over te halen
Naar hun zij
Net of wij
En alle honden of ander gedierte er bij
In de wereld zijn om ons te laten plagen
Naar welbehagen.
Voorloopig dan alle gekheid op een speld
Gesteld
Damesweet je wel hoeveel kwaad of het brouwt,
Dat je langs 's Heeren wegen met zulke slepen sjouwt?
Neen, eigenlijk kan ik dat niet vragen met fatsoen,
Want als je het wist, dan zou je het niet doen.
91