EEN VRAAGPUNT DES TIJDS.
25
Och, ontkent nooit, dat ge er tegen hebt opgezien.
Ge moogt nog zoo hard verlangd hebben de cadet-
tenimiform te dragen, ge moogt met nog zulke
aangename ideeën het cadettenleven te gemoet
gezien hebben, maar de eerste tijd, dien ge op de
Academie zoudt doorbrengen, de gedachte daaraan
alleen, nam een groot deel van het aanlokkende
voor u weg. Ge wildet u toen misschien diets
maken, dat het was, wijl ge nooit te voren het
ouderlijk huis hadt verlaten, of omdat ge opzaagt
tegen de vermoeienissen der eerste exercitiën;
maar ik zeg u, dat een geheel andere gedachte u
benauwde en die gedachte washoe zal het met
het baren gaan? zal ik daar kalm tussclien door
kunnen zeilen, of zal ik integendeel de gespikkelde
vogel wezen? Wat dient er van mijn kant gedaan
en gelaten te worden om het eerste te doen ge
beuren En als ge een vertrouwd vriend aan de
Academie hadt, dan werd hij door u ondervraagd
omtrent het baren, waarin het bestond en wat
alzoo de geijkte aardigheden waren, die opge
geven werden. Ge maaktet reeds antwoorden
klaar op mogelijke vragen, die u gedaan zouden
worden. En als uw vriend aan de Academie u
eindelijk wat op uw gemak had gezet door te
zeggen, dat het toch eigenlijk heusch ,,zooerg
niet was, dan waart ge nog niet tevreden en een
officier, die in lang vervlogen tijden ook cadet
was geweest, werd door u geïnterpelleerd, en deze