26 wist in een minimum van tijd al uw kalmte weer weg te redeneeren, door u een getrouw beeld te leveren van liet baren in zijn tijd. Ik geloof zelfs dat er nog maar weinig cadetten zijn geweest in het vijftigtal jaren, dat de Academie bestaat, die zoowel in bun adspiranten- als in hun baartijd zicli zelf niet plechtig verzekerd hebben, dat baren niets dan flauwe nonsens was, dat zij ter wereld niet konden begrijpen, wat voor nut of wat voor aardigheid er in stak om te baren, en dat zij, wanneer zij eenmaal het voorrecht hadden tot de ouderen te behooren, stellig nooit zouden baren. En hoe- velen hebben gedaan, wat ze toen uit den grond van hun hart beweerden? Mij dunkt dat het voor de hand ligt hieruit af te leiden, dat het baren niet zoo onrechtvaardig en niet zoo onbillijk is, als een oningewijde gewoonlijk denkt; want men mag toch niet veronderstellen, dat een onrechtvaardige zaak vijftig jaren in stand zou worden gehouden door personen, die zelf altijd tegen het baren zijn geweest. Het is daarom wellicht niet van belang ontbloot eens na te gaan wat het baren is en wat zijne gevolgen zijn, en te trachten ons zeiven antwoord te verschaffen op de volgende vragen Wat is baren? Is het baren een noodzakelijk kwaad? Door wie wordt het in stand gehouden en hoe wordt het uitgeoefend En hoe zou het in de toekomst kunnen worden afgeschaft of vervangen?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 128