34
personen te weren is liet moeielijkste van alles.
Ze zijn met ieder op een tamelijk goeden voet,
zonder bij eenig persoon echter bepaalden invloed
of bizonder vertrouwen te hebben. Ja, zelfs bij
de nieuwen zijn ze niet het minst gezien. Wel
worden enkelen door natte keeringen" of ,,sterre-
kijken" van hunne al te warme bewondering voor
deze soort van ouderen genezen, doch de groote
meerderheid, hen wel steeds van eene goede zijde
leerende kennen, doch onbewust, dat ze door die
zelfde personen in hunne beste rechten worden
te kort gedaan, blijven steeds enthousiast voor die
cadetten en meenen onvoorwaardelijk, dat, wat
zij zeggen, het beste is. Deze soort van cadetten
wordt overal toegejuicht en toch brengen ze on
gemerkt de meeste tweedracht aan en onderdrukken
alle billijkheid. Men blijft helaas tegenover hen
gewoonlijk machteloos. En de uitoefening van het
strafrecht? Ze wordt overgelaten aan het be-
leedigde individu, soms bijgestaan of omringd
door vrienden en kennissen. Ware het niet recht
vaardiger een vaste commissie samen te stellen, die
al dergelijke zaken onderzocht? Dit zou zeker
kunnen, als niet velen nog te zeer gehecht waren
aan de stelling: Een baar kan niet in 't gelijk
gesteld worden tegenover een oudere. Handhaven
ze die stelling wellicht, omdat ze vreezen, dat de
in 't gelijkstelling al te dikwijls zou moeten plaats
grijpen?
En ten laatsteHoe zou het kunnen worden
afgeschaft of vervangen? Afgeschaft alleen door
het verwezenlijken van den ideaaltoestand, dat