42
voorschriften, was opgedragen, verkeerden veelal
in vervallen toestand, zoo ten gevolge van den al
te weelderigen tropischen plantengroei als van de
dito stortbuien, zoo door gebrek aan goede gras
zoden, als door al te groote uitgestrektheid, (de wal
zal wel 1000 Meters lang zijn geweest), alle redenen
waardoor, strikt genomen, meer werk van het nog
geen 250 man sterke garnizoen geëischt werd dan
in billijkheid kon of mocht. De binnenruimte was
opgevuld met een massa bamboezen, met Alang-Alang
gedekte woningen, bestemd tot logies van troepen
en officieren, hospitaal met bijgebouwen, wachten,
magazijnen, cantine en sociëteit, keukens, enz.
in één woord met alles, wat voor zooveel menschen
naar inlandsche zeden en gebruiken levende, maar
noodig was. Dit kampement was gelegen op een
plateau 25 a 30 M. boven het oppervlak der snel
vlietende Moesi en was met het op cc. 1000 M.
van daar, op hetzelfde plateau aanwezige civiel
etablissement, de Doeson, verbonden door een laan
van broodboomen, terwijl omstreeks halverwege
een bamboezen wachthuis in een aan de wegzijde
open tamboer of palank stond, 's nachts bezet
door een korporaal en drie man, allen Euro
peanen, aan welke twee koelies tot het onderhouden
van vuur waren toegevoegd en welke wacht, laan-
wacht geheeten, voor de nachtelijke gemeenschap
tusschen het civiel en het militair etablissement
had te waken.
In het civiel-etablissement, aan drie zijden door
ravijnen en de rivier, aan de 4e (aan het plateau) door
een bamboezen omheining omsloten, bevonden zich