44 Kemang. waren gevestigd. Die inlandsche kam pong telde links niets dan Chineezen, rechts Palem- bangers grootendeels uit de benedenlanden, maar toch met een enkelen bovenlander, welke personen allen van den handel bestonden, meerendeels ten behoeve van het garnizoen, maar ook sommige op- koopers van natuurproducten uit de bovenlanden, die zij met vlotten en booten (rakits en prauwen) naar de hoofdplaats zonden en die bestonden in bam boes, rottan, boomwol, aardappelen, koolvrüchten enz. Achterstaande figuratieve-schets zal deze be schrijving nog eenigszins verduidelijken en tevens de leemte aanvullen, ten opzichte van het logies der koelies, welke ingevolge regeeringslast ten getale van 150 ter mijner beschikking voor de werkzaam heden bij den bouw waren gesteld en uit de be neden- liever binnenlanden herkomstig, om de twee maanden werden afgelost of omgeruild. Het personeel in dien tijd bestond uit den kapitein militairen kommandant, tevens belast met het civiel gezag Beckingeen ferm, zeer kundig en beschaafd man van gezelligen, jovialen aard en algemeen geacht, die eerst nadat hij lange jaren bij het Nederl. leger gediend had, tijdens de onlusten tegen België gedecoreerd, op rijperen leeftijd en dus een 15 a 20 tal jaren ouder dan de meesten onzer, op verzoek naar Indië wasovergeplaatst. Leeftijd, kunde en karakter deden hem gemakkelijk gezag en ont zag handhaven, en zoo hij al bij enkelen niet naar waarde geschat werd, achting ontzeide hem stellig niemandwarscli van alle valschlieid kon hij met den Palembanger echter slecht over weg;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 146