50
geschonken oogenblik van vrijheid had hij zich
ten nutte gemaakt om zijn rechterarm te bevrijden
en den vechtparang weder aan te vatten, waarmede
hij in 't wild rondsloeg, mij aan drie vingers der
linkerhand en aan het linkerbovenbeen op twee
plaatsen verwondde en mij de kracht benam om stevig
vast te houden. Inmiddels sloegen de beide andere
moordenaars mij op nek en rug en brachten mij
daar vier wonden toeik zag noch E. noch B. terug
komen (hoe kort de tijd ook in werkelijkheid moge ge
weest zijn, mij kwam hij eene eeuwigheid voor) en
instinktmatig inziende, dat ik alleen en ongewapend
het tegen drie gewapenden toch niet kon uithouden
ontvluchtte ik mijn belagers, liep rond de tafel, de
deur en het huis uit naar mijn woning en vervolgd
wordende, bekwam ik nog eene wond in den
rechterbil. In het pad van het huis van B. naar
het mijne was een, voor afvoer van regenwater
bestemdevrij breede goot waarover eene
plank, welke ik, als met de lokaliteiten volkomen
bekend, ook in den donker goed overkwam;
mijn vervolger minder voorspoedig, viel en
stelde mij in de gelegenheid verder ongedeerd
de voordeur mijner woning te bereiken, juist toen
mijn bediende zich gereedmaakte, die te sluiten.
Ik ging op een der banken mijner binnengalerij,
werwaarts zich mede mijn jongen met vrouw en
kinderen hadden begeven, zitten en memoriseerde
eens even wat zoo juist was voorgevallen. Het
eerste wat mij daarbij trof was mijn, bijkans midden
door gekloofde, linkerwijsvinger, waarvan het been
bloot lag en terwijl ik daarnaar met aandacht keek,