voelde ik het bloed uit mijn hoofdwonde tappelings langs de oogen vloeientoen ik die wonde met de rechterhand wilde betasten, kreeg ik zulke hevige pijnen in rug en lendenen, dat ik mij naar mijn be diende keerende, vroeg of ik daar ook geblesseerd was. Dat schouwspel scheen van geen heel be moedigenden aard te zijn, althans luide jammer klachten vervulden mijn binnengalerij, waaruit ik slechts verstond: O mijnheer's lichaam is geheel stuk, welhaast moet u sterven(Toewan poenja badan antjor samasekali, nantie matied) Nauwelijks in huis hoorde ik eerst één, later meerdere schoten vallen. Ik gaf last aan mijn huis jongen Ketjil, de deur te openen, maar deze, terecht inziende, dat daarin geen heil lag, gaf daaraan geen gevolg en daar de kogels nu zelfs de bamboe zen wanden mijner woning doordrongen, strekte ik mij plat op mijn bank uit en noodigde de be dienden uit in gelijke voege te handelen. Ik zal u wel niet behoeven te zeggen dat de tijd sedert ik de eerste houw over mijn hoofd kreeg tot het vallen van het eerste schot veel korter was dan die door mij besteed om dit neer te schrijven en voor u om het te lezen. Wat was echter ge beurd? Gelijk boven gezegd is, merkte ik van E., nadat ik opgestaan was, niets meerhij had zich echter volstrekt niet aan het gevaar willen onttrekken, maar met overleg handelend, ging hij naar zijn huis om een geladen geweer te halen, waarmede zijn huisjongen, het leven gehoord heb bende, hem al dadelijk te gemoet kwam. Aan de scheidings pagcher tusschen B. en zijn woning I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 153