77 EEN BEZOEK AAN DE KONINKLIJKE MILITAIRE ACADEMIE. Het was weer Zondag en die dag, meestal zoo aangenaam voor ons, was dit lieden te meer voor mij, doordien een neef (gelukkig geen Robertus Nurks), mij een bezoek zou komen brengen. Na de gewone gesprekken over familie, weder, enz., verlangde mijn gast 'bet Academiegebouw te bezichtigen; van daar dat wij, na een kaait verzocht en gekregen te hebben, ons 's middags ongeveer te 2 uur bij de plantonwacht bevonden, gereed om door den gewonen beleefden gids vooral- gegaan, de merkwaardigheden van onze bioedei- lijke woning te bezichtigen. Onze cicerone liet zich niet lang wachten en wij begonnen de reis. Als gewoonlijk eerst de eetzaal, ons aller trots. Mijn neef scheen het niet erg op die harde banken te hebben en hij vond het wel wat heel gezellig om met 24 luidjes dag in, dag uit aan één tafel te dineeren. Ik trachtte met al de welsprekend heid, die moeder Natuur mij geschonken heeft, hem aan 't verstand te brengen, dat de oogenblikken, die daar door ons gesleten worden, lichtpunten zijn in het eentonige Academieleven. Hij, wien reveilles onbekend zijn, die 's morgens van uit zijn slaap kamer komende, door een warmen kachel en een lekker ontbijt wordt verwelkomd, kan zich bijna niet voorstellen, hoe dankbaar ons hart klopt als

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 179