78
de tijd van liet ontbijt daar is. Wanneer eerst een
liefelijk morgenwindje aan onze verstijfde lede
maten liet temperatuurverschil tussclien morgen
en middag heeft bewezen, dan zien wij met welge
vallen ons door de vlugge pages de warme spijzen
aandragen, die ons moeten sterken, teneinde de veel
zwaardere geestelijke spijzen te kunnen verdragen,
die een half uur later zullen worden opgedischt.
Alleen in den examentijd wordt menige bange
zucht gehoord, voortkomend uit harten, die maar
al te goed weten, hoe eene strenge commissie mis
schien het ,,te licht bevonden" over lien zal uit
spreken.
Van uit de eetzaal stegen wij de trappen op,
na een enkelen blik geslagen te hebben in de
wapenkamer, die voor een vreemdeling niet zeer
belangwekkend is. Een oogopslag werd ook
aan de studiezalen gegund, maar ook deze zijn
meer merkwaardig voor ons dan voor den »pos-
tieker"voor den laatste schijnen zij een gewoon
lokaal, gemeubileerd met de voorwerpen, die in
ieder wel ingericht schoollokaal zijn te vinden,
maar voor ons zijn oude souvenirs aan die zalen
verbonden; daarover uit te weiden is onnoodig.
Bij één zaal echter bleven wij een oogenblik stil
staan het was 23, de tempel, waar wij onze hulde
aan de godin der muziek brengen. Jammer dat
ik mijn bezoeker niet eens kon laten zien hoe die
zaal er uit ziet op de repetitieavonden, wanneer de
priesters, in schilderachtige, maar min poëtische
houding op tafels en banken uitgestrekt, de zoetste
tonen aan hunne instrumenten ontlokken. Langs