80
Dit was mij echter te krasin vurige bewoor
dingen vertelde ik hem, hoe juist hier de plaats
was, waar wij toonen, dat in onze zielen het ge
voel van opgeruimdheid nog lang niet uitgedoofd
is en dat ons corps geen troepje oude mannetjes
is. Hoe gaarne had ik hem eens een dier vroolijke
tooneeltjes laten zien, waarop wij in uitgelaten
vroolijkheid de meest opgewonden studenten in
hunne uitspanningen zouden beschamen. "Gij vrije
heeren", ging ik voort „niet gebonden door een
tucht, die ons altijd dwingt om binnen zekere
perken te blijven, kunt u niet voorstellen dat wij
met wat minder gegevens, ook vroolijk kunnen
zijn. Kom eens op een winteravond om zes uur,
half zeven hier, als alle lichten zijn opgestoken.
Een speelt op de piano, twintig a dertig kelen
begeleiden hem en om aan het geheel meer leven
digheid bij te zetten, staan daar een paar lui te
stoeien. Het gestamp der billartqueus mengt zich
harmonisch met de tonen van het nieuwerwetsche
clavecimbel, terwijl weêr andere cadetten met
eenig spel den tijd verdrijven. Hier eenige
vossers, daar een troepje lui, die een voorstelling
geven op een tafel, omgeven van een schare
toeschouwers, die luide hunne goedkeuring te
kennen geven. Gebonden zijn we wel, maar toch
vroolijk
Enfin, we maakten er geen kwestie van en wan
delden voort, de steenen trappen op naar de
slaapzalen. Het eerste hok traden we binnen,
"Hm," zei mijn neef, "luxe is hier niet bepaald
te vinden."