81
In mijn hart gaf ik hem gelijk, maar ik had
mij eenmaal in 't hoofd gesteld om eens recht
veel goeds van de Academie te zeggen. Daarom
liet ik snel volgen
«Maar denk je dan, aan alle gemakken des
levens gewende student, dat wij sofa's en smyr-
nasche tapijten noodig hebben om goed gestemd
te zijn. Ik wou dat je eens wist, hoeveel pret
we hier soms hebben. Ik geloof, dat we ons
hier beter amuseeren dan gij ooit doet, gij die
«ze geurt meteen eigen «soos" en ik weet niet
wat al. Wij behoeven die dingen niet. Ik wou dat
je dat gezicht eens kon zien van zoo'n vriend, als
hij s avonds genoegelijk onder de wol wil schuiven
en zich in eens een hinderpaal voordoet in den
vorm van een «zak," die de een of andere collega
hem gelegd heelt. En dan die spiegelgevechten met
water en nog zooveel meer. Maar ook soms
zijn deze zalen gevuld met een heiligen ernst,
namelijk in den examentijd. Hoe dikwijls had ik
het zeil niet, dat ik met De GÉnestet moest uit
roepen
«Wij weten weinig,
Te wTeinig Heer
Dan heerscht er een gedrukte stemming, en het
korte «moei" behoeft de praters niet aan te manen
om te gaan slapen, want deze zijn dan nog stiller
dan de anderen.
,,Dat is allemaal goed en wel", zei mijn neef,
,,maar b. v. die bedden of kribben, hoe je ze
noemt, zijn toch wel wat primitief ingericht; ik
heb in den winter met dikke gordijnen nog kou."