103
tafel gebracht, terwijl allen daarna weer in de
studie verdiept geraken en te half vijf uren het
middagmaal gebruiken. Daarna zien wij ze op
de amusementszaal terug. Wees maar een oogen-
blik stil, loop de zaal maar eens een paar keer
op en neer, en weldra zult ge hooren wat de
geliefkoosde cadettenuitdrukkingen zijn. ,,Pot,
pot," begint het al aan de rechterzijde van de
zaal, en weldra komen verschillende biljarthel
den opdagen, die bij dat edel spel hun geluk
beproeven; anderen nemen een tafeltje en vier
stoelen in beslag, om een partijtje te maken, ter
wijl ,,de baren" aan de lange tafels op de banken
gaan zitten, om zich met een of ander spel te
amuseeren, in de hoop niet door een oudje" ge
roepen te worden. Muziek," roept er een, en
dadelijk wordt een muziekliefhebber opgezocht
om de „lui" te amuseeren, en vroolijke strijk-,
blaas- of pianotonen vormen voor bijna eiken
cadet een groot genot.. Het instrumentale wordt
in den regel begeleid door het vocale, en ook nu
klinken weer de stemmen
,,Du bist verrückt mein Kind,
,,Du muszt nacli Berlin,"
en nauwelijks is het eene lied geëindigd, of liet
,,nog een moppie", uit de zaal, getuigt van zange
rige opgewektheid.
Wat ben jij toch een onmogelijke" kerel, dat
je nu weer zit te maffen",,Ik heb niets
mijn draai" van avond, ik ben zoo „katterig" dat
ik straks maar naar den „stal" zal gaan; ik
kan toch van avond niet „vossen"Neen, ik