105 marsch" nog even van uit een zaal, die op dat plein uitziet, blazen, waarin de trombones voort durend goed uitkomen, terwijl alleen bij liooge tonen de clarinet boven alles klinkt. Nu hebt gij den cadet op de Academie be schouwd; doe mij nu het pleizier en blijf nog een paar dagen, dan kunt gij hem ook Zondag in de stad zien; als ik geen straf heb, hoop ik mijne collega's weer overal met u te volgen; kom te twaalf uur op het voorplein, en gij ziet het corps aangetreden, gereed en verlangend om uit te gaan. „Tamboer," roept de sergeant der wacht, met donderende stem dezen toe, die hierop het eerste signaal tot aantreden geeft; vijf minuten later wordt appèl gehouden en een vluchtige inspec tie over de kleeding, en daarna gaan allen uit. Doch neen, daar verspreek ik mij helaas; niet allen mogen uitgaan hebt gij ze niet gezien in hun mouwvest en daagschen pantalon, die zoo bij hunne nevenlieden in het gelid afstaken het zijn de gestraften. Voor hen was het, dat de luitenant van piket in de afgeloopen week op het appèl verscheen met de noodlottige order: „Door den gouverneur zijn de volgende straffen opgelegd „Gemis van de vergunning tot uitgaan op Zondag eenmaal aan den cadet Deze of één dag kamer arrest op Zondag aan den cadet Die, wegens...." vergun mij dezen zin niet te voltooien. Het zou mij werkelijk onmogelijk zijn al die zonden, neen dat is te erg, die misdaden, dat is nog niet goed,— die fouten, maar men kan het toch geen fout noe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 199