107 beste meid, ik ben hier pas een half jaar; als ik nu al oudbakken was, hoe onverteerbaar zou ik dan wel aan het einde van mijn Academietijd moeten zijn, en bovendien een cadet-korporaal of sergeant zou het niet moeten hooren, dat jij dacht, dat ik, een baar, reeds oud, of liever omdat ik zoo klein ben, oudje" kon zijn, en dat dus een baar met hem gelijk werd gesteld." Doch ik ben maar blij dat ik mijn speech niet in werkelijkheid gehouden heb; zij zou mij niet begrepen en op den koop toe uitgelachen hebben; want zoo zijn de Bredasche kinderen. 's Zondags den geheelen dag ziet men overal cadetskom bij een kapper, er zit een cadet onder het mes of de schaarloop in de Brugstraat gij ziet flankeerende cadets, ga in een sigarenwin kel: een cadet wordt door vervelende praatjes opgehoudenbezoek een der aan cadets gepermit teerde koffiehuizengij ziet cadets achter een ,,half en half." Dit laatste vind ik wel de treurigste plaats om ze aan te treffen ik heb geen afkeer van ,,'t Hof," de Beurs," of Jonkers," maar ik vind het toch bepaald jammer dat de meeste cadets 's Zondags tegen wil en dank de café's moeten opzoeken om de vrije uren door te brengen, en toch is het zeer natuurlijk, men kan toch een geheelen en vooral een regenachtigen Zondag niet op straat blijven, en 's Zondags op het gebouw vertoevenoch lezer, gij zult toch wel be grijpen, dat dit te veel gevergd is van iemand, die reeds minstens een geheele week in het oude kasteel van Breda moet zijn,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 201