KONMILACAD.
110
Sints overoude tijden
Verheft een trotsch gesticht,
Beschermd door zware wallen,
Zijn muren, grauw en dicht.
Daar heeft een trotsche luchtgeest
Zijn machtig rijk gesticht;
Daar zit hij op zijn zetel
Met somber aangezicht.
Zijn treurige onderdanen,
Gevoed met melk en been,
Bewerkt, kneedt, giet en vormt hij
Vier jaren achtereen.
Een opgesloten vogel
Is beter er aan toe;
Want is een tralie open
Dan speelt hij kiekeboe!
Maar is de poort ook open,
Geen schildwacht in 't gezicht,
Te ontsnappen, dat verbiedt hen
Hun zedelijke plicht.