Ill Slechts éénmaal jaarlijks worden De tralies opgelicht; Maar steeds houdt hen de luchtgeest Van verre in het gezicht. En is die tijd verstreken, Gesloten wordt de poort; En 't kneeden, gieten, vormen Gaat onvermoeid weer voort. Totdat door al dat kneeden, Door water, melk en pap, Na vier jaar hun substantie Lijkt op een leêren lap. Dan gaan zij in den smeltkroes, t' Gehalte wordt getoetst En wat genoeg gekneed blijkt, Heeft dra de plaat gepoetst. Dan keeren zij den rug toe Aan 't ouderwetsch gesticht; Dan trekken zij den luchtgeest Hun leelijkste gezicht. Met biefstuk en jenever, Op raad van Ruslands Gzaar, Is spoedig weer vergeten De ontbering van vier jaar.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 205