HET BARENLIED.
116
I.
WAT IS EEN BAAR?
Een cadet, die baar is,
Is hij, die 't geen jaar is,
Die dus nog niet gaar is,
Wien het hier nog heel raar is.
II.
HET LEVEN DES BAARS.
Hossen en springen,
Dansen en zingen
Musiceeren,
Exerceeren
Voor d' ouden van jaren,
Is 't leven der baren,
't Poetsen van knoopen,
Jongens oploopen,
Uien tappen op het bed,
Alles voor der ouden pret.
Dichten en rijmen,
Opstellen lijmen,
Behoort er nog bij,
Gelooft mij vrij.