117 III. VERZUCHTING EENS BAARS. Wij zien er zoo groen en zoo akelig uit, Wij weten geen weg met sabel of spuit, Een ander loopt met een korte jas heên, Een simpel mouwvest dekt onze leen. Wij allen zijn nog onrijp ooft En moeten gezamenlijk gestoofd Door de Academie-zon, O milde bron Van warmte en licht, Voor u zwicht, Binnen 't jaar Iedere baar Al is hij nog zoo raar. Mocht het zonnetje niet voldoende wezen, Met dauw wordt dan de baar genezen, Hij krijgt eene natte keering op bed, Wordt daarna nog eens in 't zonnetje gezet En hij is mak uit is de pret. CADETTEN EGOÏSME. Vraagt men mijwaarom plagen de ouden de baren Ik zeg zij zien in hen hun Ik van vroeger jaren Het is alleen zooals men ziet Egoïsme, anders niet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1879 | | pagina 211