Louise Mühlbach.
In de provoost.
133
Groot tenue.
Wat riddertroep stoot daer vooruit
Met goude en zilvre livereien.
Vondel.
Bij den len Officier.
Lenorens Herz mit Beben
Rang zwischen Tod und Leben.
Bürger.
Gemis van de vergunning tot uitgaan.
Hij had een razenden trek om naar de Vette
Vadoek te gaan.
Hildebrand.
Gestraft.
Wee! nu hebs du het al verbruid.
Reinaart de Vos.
In de politiekamer
En ze zijn heengegaan en ik bleef eenzaam
achter.
,,Ik wil er uit;" gilde de jongen in de turfkast
en trapte tegen de deur.
Hildebrand.
Provoost.
En 't had mij niemendal verwondert, als des
anderen daags zijn haren vergrijsd of uitgevallen
waren.
De Génestet.
Provoost.
Drei Tage hab ich dir gegeben.
p
I